maandag 14 september 2009

Dag 5: Custer – Sheridan

Custer ligt niet in Wyoming, maar in South Dakota, zo kom net ik achter. Ik heb eergisteren dus niet alleen méér dan 1.100 kilometer afgelegd, maar ook een hele staat doorkruist. De ochtend begint met een tochtje door het park, op weg naar die eeuwige Interstate 85 Noord. Ondanks de nare nasmaak die ik over deze weg heb, leidt deze weg me toch langs prachtige landschappen. In het park zelf kom ik Buffalo Bill en zijn maatjes weer tegen en stikt het van de herten. De beesten lijken gewend aan menselijke aandacht en gaan gewoon door met hun activiteiten. De eerste stop na Custer is het plaatsje Deadwood, dat zó klein is, dat het niet eens op de kaart staat. Het plaatsje lijkt stil te hebben gestaan in de tijd; elke film uit de jaren ’60 kan hier zijn opgenomen. Zeker als de tientallen motormuizen het dorpje aandoen, als ik er ben. Ik ontmoet er visser Joe, die zijn zoontje in het lokale meertje leert vissen. Het kereltje schijnt echter meer oog te hebben voor mijn videokunsten, dan voor de viskunsten van pa. Tien kilometer verder, als ik de Interstate 90 West opdraai, is het wederom tijd om het prairie-achtige landschap even op me in te laten werken. Ik mis alleen nog Lucky Luuk en zijn paard Jolly Jumper. Dat zou het plaatje compleet maken. In het plaatsje Belle Fourche is het tijd voor een goed bord spaghetti; mijn eerste eten voor vandaag. Een kleine 40 kilometer boven Belle Fourche, langs die eeuwige Interstate 85 Noord, is het geografische centrum van de Verenigde Staten te vinden. Hier, in South Dakota, zijn alle afstanden in de VS gelijk. Of je nu naar Miami, Los Angeles, Chicago, Houston, New York of waar dan ook in de VS wilt gaan. Dit is het midden van het midden van de Verenigde Staten. Het ligt wel een klein beetje afgelegen en erg goed aangegeven is het niet. Ik heb er 50 kilometer voor moeten omrijden. Maar dat deert me niets; ik heb vakantie en de prairie is adembenemend mooi. Ik sta een half uurtje stil bij het monument, dat aangeeft dat ik in het midden van het midden ben, en rijd dan terug naar Belle Fourche. Ik wordt vergezeld door een zwerm sprinkhanen, die allemaal tegen mijn auto opvliegen. Een twintigtal overleeft de crash niet.
Terug in Belle Fourche is het tijd om de Interstate 85 Zuid te verlaten en de Interstate 212 West op te draaien. Deze brengt me naar de staat Montana; verreweg de mooiste staat van Amerika. Ook hier lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Ik doorkruis dorpjes met gemiddeld zo’n 34 inwoners. De huizen zijn vaak slecht onderhouden en de autowrakken staan vaak gewoon in de tuin, of langs de snelweg (voor zover je van een snelweg kunt spreken). De 212 West wordt voornamelijk gebruikt door vrachtwagenchauffeurs; en dat vindt kleine Paultje altijd wel leuk. Een paar kilometer vóór het plaatsje Broadus stop ik om dit alles op film en foto vast te leggen. Daarna verlaat ik de staat Montana weer, via de Wyoming 59 en het gehucht Biddle (4 huizen en een benzinestation) rijd ik de staat Wyoming weer binnen. Aan het einde van de 59 ga ik de Interstate 14 West naar Sheridan op. Echt boeiend is het hier niet, of je moet de talloze treinen mooi vinden, die de kolencentrale van Sheridan voorzien van de nodige brandstof. In Spotted House is het tijd om te tanken en tijd om de lijken van de sprinkhanen van mijn auto te vegen. Het stinkt namelijk verschrikkelijk in de auto en mijn vermoeden is, dat het stinkt naar verbrande sprinkhanen. Slechts één sprinkhaan heeft de tocht van Belle Fourche naar Spotted House (178 mijl) overleefd. Een klein half uurtje later rijd ik Sherdan binnen. Moe als ik ben, duik ik meteen het bed in. Maar niet na even het laatste nieuws uit Nederland van het internet te hebben gehaald.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten